Ze zijn pas net op Fanø of Linda en Ramon hebben de eerste bezienswaardigheid al gespot. Op een grote zandbank net naast de kade liggen een stuk of tien zeehonden. Het is vanaf Storkesøen Ribe, Fiske- og Familiepark net iets langer dan een half uur rijden naar Esbjerg.
Vanuit hier vertrekt de ferry naar Fanø, een van de Deense Waddeneilanden. Met zijn zestien bij vijf kilometer kun je hier prima fietsen. Overal zijn verharde paden aangelegd en ook door de gezellige dorpjes is het fietsvriendelijk. De tocht begint in Nordby, het havendorpje van Fanø.
Bunkers van de Atlantikwall
Of je nu je met de fiets, auto of camper op pad bent, je mag hier zo het strand op. Aangezien zo ongeveer de gehele westkust van het eilandje strand is, kun je hier een mooi eindje rijden. De bunkers die je op stranden tegenkomt, vormen de stille getuigen van de Tweede Wereldoorlog. De bunkers maken deel uit van de Atlantikwall, een 5.200 kilometer lange verdedigingslinie die liep van Noorwegen tot Zuid-Frankrijk.
Net een openluchtmuseum
Na het actieve bezoek aan het strand trapt het stel door naar Sønderho. Het meestbezochte dorpje op Fanø en een van de mooiste dorpjes van Denemarken, aldus de Denen. “Alsof je terug in de tijd gaat, hè?” zegt Ramon, zodra ze het dorp in fietsen. Langs de geplaveide lanen staan pastelkleurige huizen met rieten daken, gehaakte gordijntjes en witte hekjes. De geschiedenis van Sønderho gaat terug naar het jaar 1700. “Het lijkt wel een openluchtmuseum.”
Ieder dorp heeft een ismejeri
Fietsen maakt natuurlijk hongerig. Tijd voor een écht Deens ijsje in het eeuwenoude dorpje. “Zullen we het dan maar gewoon gelijk goed doen?” vraagt Linda, terwijl ze naar het grootste ijsje op het bord wijst. Het bezoek aan een ijssalon is een goede oefening in Deense zoetigheden. Het wordt direct duidelijk dat de Denen hun ijs héél serieus nemen.
Hier vind je geen bakjes met een klein bolletje ijs ‘voor de smaak’, maar ijs zo groot als je onderarm. Wist je dat dit Scandinavische land de geboortegrond is van de populaire Magnum? Of dat de gemiddelde Deen zo’n 10 liter ijs per jaar naar binnen werkt? Dat je in ieder Deens dorp wel een ismejeri (ijssalon) vindt? Zo ook in Sønderho.
Linda en Ramon gaan voor een gammeldags isvafler, een ouderwetse ijshoorn. Oftewel: een hoorn met vijf bollen Deens flødeis (schepijs), die in Nederland voor tien zouden tellen. En om het echt af te maken mogen guf, een soort roze opgeklopt eiwit, en een flødebolle, een chocozoen, niet ontbreken.
Meer TestTour Denemarken
Wil je meer weten over de TestTour Denemarken? Via deze pagina vind je alle artikelen over de TestTour en op het YouTube-kanaal van ACSI staan in een aparte playlist alle video’s op een rij.
Meer info: vadehavskysten.com