In het voorjaar van 2014 interviewde Natascha Mijnhart Raymond Dankers van kampeerspecialist De Wit Schijndel. Samen met hem stelde ze een lijst met tips samen. We frissen je geheugen even op.
De tips doorgenomen? Stel dan je eigen tentprofiel samen!
1. Hoeveel personen?
Hoeveel personen vertoeven in de tent? Bespaar niet op ruimte, want houd er rekening mee dat jullie bij slecht weer met z’n allen binnen zitten. Dankers: “Een te grote tent is overbodige luxe, maar een te kleine tent is een hard gelag. In de tentenbranche wordt vaak gerekend met zestig centimeter breedte per persoon, maar dat is te weinig. Neem minimaal een vijfpersoonstent, als jullie met zijn vieren zijn.”
2. Camping gecheckt?
Weet je al naar welke camping jullie gaan? Informeer hoe groot de kampeerplekken daar zijn. Op de meeste websites vind je uitgebreide plattegronden. “En bel of mail ze anders voor informatie. Veel mensen zijn bang dat ze een grote tent niet kwijt kunnen op een camping, en kiezen daarom een te kleine. Dat is vaak niet nodig. En als blijkt dat de plekken er toch te krap zijn, zoek dan een andere bestemming”, adviseert Dankers.
3. Wat voel je?
Je moet je thuis voelen in je tent, want je gaat er flink wat tijd in doorbrengen. Dankers: “Ik laat mensen altijd eerst alleen rondkijken. Welke vorm bevalt je? Welk formaat past bij jullie? Welke kleur vind je mooi? Probeer eerst op gevoel een tent uit te kiezen.”
4. Hoeveel geld?
In de ideale wereld kun je je budget afstemmen op de perfecte tent. Maar helaas geldt voor de meesten van ons het omgekeerde, vooral in deze crisistijd. “Daarom vraag ik altijd al vrij snel wat mensen maximaal willen uitgeven. Als ze minder te besteden hebben, heeft het geen zin om ze lekker te maken met grote, prijzige tenten”, legt Dankers uit.
Bedenk hierbij ook: hoe vaak ga je de tent gebruiken? Gaan jullie alleen op tentvakantie? Of hebben jullie tussendoor ook nog vlieguitjes? In het eerste geval wil je misschien meer geld uitgeven aan je ‘tweede huis’.
5. Tunnel, bungalow, piramide?
De meeste gezinnen kiezen tegenwoordig voor een tunneltent. Die zijn makkelijk op te zetten dankzij de boogstokken en bieden veel (sta)ruimte. Bungalowtenten zijn er nog wel, maar ze worden eigenlijk alleen nog gebruikt wanneer mensen een heel seizoen kamperen. Ze zijn het meest stevig, en bieden de meeste ruimte, want de wanden lopen recht omhoog.
“Maar het is een enorm gedoe, met zo’n zwaar stokkenframe waar je het doek overheen moet gooien”, legt Dankers uit. De piramidevorm is ook duidelijk verdrongen door de tunneltent. In de eerstgenoemde verdwijnt namelijk veel ruimte door de paal in het midden en de schuine wanden.
6. Trekken of vaste plek?
“Als standaardregel hanteer ik: als je gaat trekken, kies je een polyesterdoek, en als je op één plek blijft staan, neem je er een van katoen”, aldus Dankers. Polyestertenten zijn lichter en drogen sneller op: ideaal wanneer je vaak en snel moet verkassen. Maar katoenen tenten ademen beter en zijn robuuster, en dat is fijn als je continu vertoeft in je semi-huis.
Dankers: “Katoen is echter wel duurder, vandaar dat vaste kampeerders nu ook op pad gaan met polyester. En polykatoen is sterk in opkomst, want dat is goedkoper dan katoen, maar beter ademend dan polyester.”
7. Auto, fiets, lopend?
Hoeveel ruimte heb je onderweg? Als je met de fiets op pad gaat, heb je een zeer lichte, compacte tent van polyester (of nylon) nodig. Als je een kleine auto hebt, heb je iets meer plek, maar een groot katoenen gevaarte van meer dan zestig kilo gaat dan ook niet lukken. Dan loont het dus ook om je te richten op tenten van polykatoen of polyester.
8. Wanneer ga je waarnaartoe?
Ga je naar de zon? Of kom je in de regen en/of de kou terecht? In de warmte is katoen fijner, vooral als je geen schaduwplek hebt. “In een polyestertent wordt het al snel te benauwd. En het doek beschadigt ook snel: polyester verbrandt letterlijk in de zon”, verduidelijkt Dankers.
En wat als je naar regenachtige gebieden gaat? Polyester droogt sneller op, dus dat kan een voordeel zijn bij nat weer. Nadeel van polyester bij nattigheid: het kan binnen sneller bedompt aan voelen. Bij zowel zon als regen geldt dat polykatoen natuurlijk een mooie tussenvorm is.
9. Stokken of pompen?
Luchttenten zijn flink in opkomst. Ze staan sneller, en je hoeft niet te slepen en te stoeien met stokken. Dankers: “Het is een mooie ontwikkeling vanwege het opzetgemak. Maar perfect zijn oppomptenten natuurlijk nog niet. Wat als een tube (luchtbuis, red.) kapotgaat tijdens je vakantie? Die moet je er dan uithalen, en door een bak water halen om het lek op te sporen.
Een stok heb je sneller vervangen of gerepareerd. Verder zijn die tenten voorlopig nog best prijzig. Maar wellicht wordt dat in de toekomst beter, want de ontwikkelingen gaan nu heel snel.”
Wil je weten wat het nieuws is in 2015? In ACSI FreeLife 2-2015 vind je opnieuw een tentspecial waarin we al het nieuws onder de zon presenteren.