Tekst: Hans Peeters
Als het vriest dat het kraakt, wil ik naar buiten, zoals een paar winters geleden. De kou voelen tot in mijn botten. Ik geef toe het is een tic, maar een afwijking die weinig kwaad kan. Toch? Het liefst zoek ik dan de weidsheid op, waar je je met een beetje fantasie op de Noordpool waant. De Wadden, het Lauwersmeer of het Verdronken Land van Saefthinge zijn van die eenzame, verlaten plekken. Voor mij als bewoner van de Utrechtse Heuvelrug is dat hartje winter, als het vriest en glad is, een beetje onhandig ver. Het dichterbije Markermeer is dan een goed alternatief.
Giga porseleinkast
We rijden via de Hollandse Brug de polder in en draaien de Oostvaardersdijk op. Meteen al kijken we uit over de uitgestrekte watervlakte van het Markermeer. Het heeft flink gevroren, maar niet zoals in de winter van 1963. Toen was het ijs zo dik dat je met de auto het IJsselmeer kon oversteken. Het Markermeer bestond toen nog niet, maar maakte deel uit van het IJsselmeer.
We moeten het nu doen met een aantal ijsplaten langs de randen. Die zijn op zich al indrukwekkend genoeg. Het klotsende en opspattende water heeft gezorgd voor een sprookjesachtig tafereel. Elk grassprietje en elke rietstengel is omkleed met een kristalhelder laagje ijs. Je krijgt het gevoel dat je aan de rand van een giga porseleinkast staat. Ook de basaltblokken op de oevers zijn bedekt met een dikke korst ijs. Dit is Koning Winter op zijn mooist.
Oprukkend ijs
Op de open stukken water dobberen grote groepen eenden. Ze zijn voor het oprukkende ijs op de vlucht gegaan en vinden hier een enigszins winterluw onderkomen. Dat kan niet gezegd worden van de Oostvaardersplassen, die zich aan de andere kant van de dijk bevinden. Daar is elk plasje bevroren en alle watervogels hebben hun toevlucht genomen tot de overkant. Verlaten zijn de Oostvaardersplassen zeker niet.
Lange slierten schaatsers glijden door het anders voor hen ontoegankelijke gebied. Achter het gemaal de Blocq van Kuffeler stuiten we op een enorm wak in het ijs. Op het water drijven honderden kuifeenden. Ze zitten allemaal met de kop in de veren en lijken in diepe rust. Regelmatig zien we echter een felgeel oog oplichten. Vogels zijn meer van de hazenslaapjes en houden voortdurend de omgeving in de gaten.
Vreemde eenden
Met de verrekijker speuren we het wak af. Behalve de groep sierlijke kuifeendjes zien we ook een aantal tafeleenden zwemmen. De mannen met een zwarte borst, grijze rug en kastanjebruine kop. Ons hart maakt een vreugdesprongetje als we enkele grote zaagbekken in gezelschap zien van een paar nonnetjes. Gasten die vanuit Scandinavië en Rusland naar de Lage Landen komen om te overwinteren. Verder noteren we in ons notitieboekje: smienten, krakeenden, wintertalingen, wilde eenden en knobbelzwanen.
Een eenzame aalscholver droogt zijn vleugels vanaf een kale tak. Ook ’s winters moet hij het water in om vis te vangen, maar in tegenstelling tot eenden heeft hij geen waterdicht verenpak. Boven de dijk hangt een torenvalk te bidden in de ijzige wind. Denkt die hier nog een muis te kunnen vangen? Onze tocht vandaag eindigt op de Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen. Links het Markermeer, rechts het IJsselmeer. Hier wanen we ons toch even op Nova Zembla.
Kijktip
Kuifeenden verblijven in de winter met duizenden op het Markermeer. De wintergasten komen uit Noord- en Oost-Europa naar Nederland. De kuifeenden die bij ons broeden, verblijven ’s winters in Italië, Spanje en Portugal. Ze duiken als de beste en met een sierlijk sprongetje duiken ze onder water op zoek naar zoetwatermosselen, kreeften en insecten.
Kuifeenden zijn kleiner dan de bekendere wilde eenden. Mannetje kuifeend is zwart met witte flanken. Zijn naam dankt hij aan de sierlijke kuif achter op de kop. De vrouwtjes zijn meer bruin van kleur en hebben een kort, bijna onzichtbaar kuifje. Medio maart vertrekken onze wintergasten weer naar hun broedgebieden. Dat is de tijd dat onze broedvogels vanuit Zuid-Europa terugkomen.
Meer informatie
Campings
Een prima wintercamping is ’t Venhop te Berkhout nabij Hoorn. Alternatieven vanaf het vroege voorjaar zijn: camping de Badhoeve nabij Marken, Camping Strandbad te Edam of camping ’t Oppertje bij Lelystad.
Meer info over deze campings vind je op Eurocampings.nl
Wandelen
De wandelmogelijkheden langs het Markermeer zijn beperkt. Een prachtige optie is een bezoek aan het eiland Marken. Met de auto rijd je het eiland op tot aan de Beatrix Brug, waar elke bezoeker op de parkeerplaats zijn auto achterlaat. Vanaf hier vertrekken meerdere aangegeven wandelroutes.
Een echte aanrader in de winter is de groen gemarkeerde vuurtorenroute (6,6 km). Van het Paard van Marken, zoals de vuurtoren genoemd wordt, kijk je uit over het Markermeer. Met een beetje geluk zie je hier de ijsschotsen voorbijdrijven.
Op pad in eigen land?
In elk jaargetijde laat de natuur zich van een andere kant zien. Naast het Markermeer bezocht Hans Peeters nog veel meer prachtige locaties. Zoals in de herfst bijvoorbeeld de Soester Duinen.