Mijn verkenning van de kustlijn van de Hérault begint in het ‘openluchtmuseum’ La Grande-Motte. Deze badplaats ligt precies tussen twee lagunes en de Middellandse Zee. Tijdens het opkomen van het toerisme in de jaren zestig schoten vakantieoorden als paddenstoelen uit de grond.
De overheid wilde een bonte kermis voorkomen. Alles moest in dezelfde bouwstijl en daarvoor kreeg de Franse architect Jean Balladur het potlood in handen. Zijn stijl van witte piramide-achtige woningen is geïnspireerd op de Maya-piramides. Sinds 1968 zijn hier 34 van dit soort flats uit de grond gestampt. Zelfs transformatorhuisjes hebben een piramidevorm. Inmiddels telt La Grande-Motte een kleine tienduizend inwoners. In de zomer is het aantal inwoners tijdelijk meer dan tien keer zo groot. Gelukkig zijn wij deze drukte voor.
De neus van Charles de Gaulle
Voor de jachthaven, die in de jaren zestig is ontstaan door zandafgravingen voor alle bouwfunderingen, stappen we op de fiets. We worden welkom geheten door Laurent Perbost, geboren en getogen in La Grande-Motte (LGM). Het is begin april, maar aan zijn bruine gezicht is af te lezen dat de zon zich hier niet vaak verstopt.
Als een ware ambassadeur neemt Laurent ons mee terug in de tijd toen zijn woonplaats niet meer was dan een moerasgebied. “In 1968 zijn ze begonnen met de bouw van de piramides. Dit gebouw, van waar je uitkijkt op de haven, staat hier bekend als de neus van Charles de Gaulle (Franse oud-president, red.).”
Niet heel gek dat Balladurs bouwstijl volgens Laurent ook heel wat weerstand opriep. “Naast Balladur waren er andere architecten betrokken bij de bouw van LGM, maar alles moest natuurlijk wel binnen de stijlnormen van Balladur blijven. De toenmalige eigenaar van het Mercure-hotel weigerde mee te gaan met de stijl van Balladur. Dat kostte hem heel wat bouwruimte.”
Naast de zee wordt La Grande-Motte omringd door een eigen binnenwater
Fietsparadijs in de Hérault
Nadat we de haven achter ons hebben gelaten, volgen we een fietsroute die dwars door het stadje loopt. Dan pas kom ik erachter hoe groen dit vakantieoord is. Tussen de bouwpiramides, dennen, cipressen en uitgestrekte grasvelden met picknickbankjes door steken we een aantal drukke verkeersaders van LGM over, zonder ook maar een stoplicht te trotseren.
Hiervoor zijn in totaal zes speciale bruggen aangelegd. Je hoeft nergens achter elkaar te fietsen om tegenliggers te ontwijken. Sterker nog, een groot gedeelte van de paden is breed genoeg om met z’n vieren naast elkaar te fietsen. Naast verschillende themaroutes voor fietsers en wandelaars ligt in LGM 25 kilometer aan fietspaden.
Sail Amsterdam in het klein
De volgende dag laten we dit futuristische vakantiestadje achter ons. We stappen aan boord van een catamaran die ons in anderhalf uur naar de haven van Sète brengt. Net als La Grande-Motte is Sète een semi-schiereiland. Het stadje met ruim veertigduizend inwoners ligt zowel aan de Méditeranée als de Étang de Thau, een langgerekte lagune van 21 kilometer die zich uitstrekt van Sète tot Marseillan.
Onze moderne boot staat in schril contrast met alle oldtimers die we van kilometers varen al zien liggen. De derde dag van Escale à Sète staat op het punt van beginnen. Tijdens dit tweejaarlijkse maritiem festival ligt de haven van Sète vol met oude zeilschepen uit heel Europa, van Spanje tot Roemenië. Nederland is met de Oosterschelde en de ruim honderd jaar oude Morgenster ook goed vertegenwoordigd.
Met de zeilschepen op de achtergrond ruilen we de catamaran in voor een vissersbootje. Via het kanaal waaraan Sète haar bijnaam ‘het Venetië van Zuid-Frankrijk’ te danken heeft, varen we het centrum binnen. Vanaf hier is Google Maps niet nodig. Je loopt gewoon de rest achterna.
In 2020 ging de Zuid-Franse ‘Sail’ niet door vanwege corona, dus de festivalgangers hebben er vier jaar op moeten wachten. De bezoekers komen hier niet alleen voor de imposante zeeheersers. Voor de Oosterschelde schept een van de Zeeuwse bemanningsleden met blote handen een nieuwe voorraad haring uit de emmer. Klaar voor de rookoven.
De Italiaanse specialiteit van Sète
In vergelijking met Sail Amsterdam is Escale à Sète een stuk kleinschaliger. Tijdens het festival mogen alleen lokale gerechten verkocht worden en mag de muziek alleen uit kustgebieden komen zoals Bretagne en La Rochelle.
Tijdens de lunch maken we kennis met ‘tielle’ (spreek uit als tjèlle), dé specialiteit van de Sète. Deze hartige, ronde koekjes van brooddeeg op basis van tomaat en octopus zijn er in allerlei varianten. De tielles zijn verrassend smaakvol en liggen niet al te zwaar op de maag, maar de octopus proef ik eerlijk gezegd niet terug.
Sète dankt deze specialiteit aan Italiaanse invloeden. Meer dan de helft van de inwoners van dit stadje heeft Italiaanse roots. Wil je dit authentieke, maritiem festival zelf ook meemaken? Dan moet je nog wel even geduld hebben. De eerstvolgende editie van Escale à Sète staat pas gepland voor 26 maart tot 1 april 2024.
Tielle, de Italiaanse specialiteit van Sète
Vermout-proeverij
Onze volgende tussenstop ligt aan de andere kant van de lagune van Thau. Bij Maison Noilly Prat in Marseillan staat mij een vermout-debuut te wachten. Dit drankje (spreek uit als vermoet) wordt gebruikt in de favoriete cocktail van James Bond en is familie van de wijn, maar dan versterkt met planten en kruiden. Grofweg zijn er twee soorten: de witte vermout, die vooral fruitig en zoet is, en de rode vermout, met een bitterzoete kruidensmaak. Voordat we kunnen proeven, neemt gids Kelly Bevan ons mee door het productieproces van dit drankje.
Mijn allereerste kruidenwijn is gelukkig een witte variant. Al drinkende heb je het totaal niet door, maar als ik na vijf minuten opsta, voel ik het meteen draaien. Volgende keer toch maar even ná het eten aan de vermout. Terug in Sète gaan we aan tafel op het strand bij restaurant La Ola. Op aanraden van onze gids begin ik met de Couteaux, oftewel scheermesjes, en ga ik voor de Poêlée de seiche aux olives noires (gebakken inktvis) als hoofdgerecht.
Scheermesjes en zee-egels
De volgende ochtend volgen we de bordjes centre ville en lopen we langs hippe restaurants en oude, hoge panden met kleurrijke muurschilderingen richting het kloppend hart van dit stadje. In deze markthallen krioelt het van de levende krabbetjes, octopussen, garnalen, coquilles, oesters, roggen en scheermesjes. Zelfs lamshersenen en zee-egels belanden hier in de boodschappentas, alhoewel van dat laatste maar weinig eetbaars overblijft. Nooit geweten dat een markt zo fascinerend kan zijn.
De Hérault
De Hérault maakt deel uit van de regio Occitanië en is vernoemd naar de gelijknamige rivier die door het departement stroomt. Een groot deel van de Hérault ligt aan de Middellandse Zee en is aan de andere kant omgeven door een serie lagunes waar flamingo’s voorkomen. Aan deze ‘dubbele kust’ liggen bekende badplaatsen als Agde, Sète en La Grande-Motte. Het onherbergzame binnenland is populair onder fietsers en wandelaars, terwijl ook de hoofdstad Montpellier veel aantrekkingskracht uitoefent. Montpellier ligt op zo’n twaalf uur rijden van Utrecht en in de omgeving zijn 81 ACSI-campings (waarvan het grootste deel in en rondom Agde) te vinden.