300 dagen zon per jaar
De Zuidelijke Alpen (Alpes du Sud) bevinden zich in het zuidoosten van Frankrijk en strekken zich uit over de provincies Rhône-Alpes en Provence-Alpes-Côte d’Azur. In het noorden van de regio ontspringt de Durance. Via de stad Briançon en het meer van Serre-Ponçon voert de rivier richting de Provence in het zuiden, op slechts twee uur van de Middellandse Zee. De zonnige bergen – de zon schijnt hier gemiddeld 300 dagen per jaar – vol met typische oude dorpjes, nationale parken, natuurreservaten en talloze wandel-, fiets-, watersport- en kampeermogelijkheden nodigen uit om ontdekt te worden.
Gletsjers en lavendel
Tussen de Écrins en de Middellandse Zee ontvouwt zich een rijk palet schilderachtige landschappen. Van hoge bergtoppen tot mediterrane kusten. Het lichtblauw van de gletsjers is nooit ver weg van het paarsblauw van de lavendel. Je vindt er een indrukwekkende en rijke natuur waar je heel het jaar door van kunt genieten. Het leven is hier zuiver en puur. En dat geldt zeker ook voor de lokale cuisine.
Briançon en Mont-Dauphin
Briançon en vestingstad Mont-Dauphin staan dankzij de beroemde Franse fortenbouwer Vauban op de werelderfgoedlijst van Unesco. Foto: C. Marchand
Briançon is de op twee na hoogstgelegen stad van Europa en de hoogstgelegen stad van Frankrijk. Om de toegangsweg naar Italië veilig te stellen werden er in de 18e eeuw door de bekende Franse fortenbouwer Vauban allerlei verdedigingswerken rond de stad gebouwd. De combinatie van indrukwekkende vestingwerken, oude gebouwen en straatjes maken van Briançon een plaats die meer dan de moeite waard is om te bezoeken.
Het is tevens een ideale uitvalsbasis voor sportieve uitstapjes op grote hoogte. Het nabijgelegen Serre Chevalier en Montgenèvre bieden uitstekende wintersportmogelijkheden. Italië ligt op een steenworp afstand. Net als de vestingwerken van Briançon is ook vestingstad Mont-Dauphin Unesco werelderfgoed. De stad ligt hoog op een rotsplateau boven de samenloop van de Guil en de Durance.
Nationaal Park Les Écrins
In Nationaal Park Les Écrins leven meer dan 600 steenbokken en 15.000 gemzen. Foto: alpesphotographies.co
Als je de Durance volgt, kom je in de Vallei de la Valloise. In deze vallei ligt het Nationaal Park Les Écrins. Het park staat bekend om zijn gletsjers en er liggen tientallen, meer dan drieduizend meter hoge bergtoppen. De Barre des Écrins meet zelfs 4.102 meter en is daarmee de meest zuidelijk gelegen vierduizender in de Alpen en tevens naamgever van het park. Tot 1860 was dit de hoogste berg van Frankrijk.
In 1973 werd het Massif des Écrins een nationaal park, het grootste van Frankrijk. Het is een ideaal gebied voor het maken van wandeltochten, mountainbiken, bergbeklimmen of raften. En in de winter natuurlijk voor het maken van skitochten.
Natuurpark Du Queyras
Op dezelfde hoogte maar dan aan de oostkant van de Durance en tegen de grens met Italië ligt natuurpark Du Queyras. Het is nog niet ontdekt door het massatoerisme en je vindt er nog prachtige authentieke dorpjes. De Queyras biedt talloze mogelijkheden om actief te genieten. Vooral wandelaars kunnen hun hart ophalen in dit gebergte. Veel goed gemarkeerde paden doorkruisen het park. Maar er zijn ook veel mogelijkheden voor fietsers, mountainbikers, klimmers en wintersporters.
Het meer van Serre-Ponçon
Lac de Serre-Ponçon is een ideale plek voor allerlei verschillende watersporten.
Of gewoon een verfrissende duik. Foto: Le naturographe Hautes-Alpes
Meer naar het zuiden mondt de Durance uit in Lac de Serre-Ponçon. Dit stuwmeer werd halverwege de twintigste eeuw gebouwd om de Durance te reguleren en wordt gekenmerkt door turkoois gekleurd water en wilde baaien. De indrukwekkende stuwdam van Serre-Ponçon is met een hoogte van 123 meter en een lengte van 650 meter de grootste aarden stuwdam van Europa. Zowel op als rond het meer kunnen talrijke activiteiten beoefend worden.
Tevens vind je er een rijk aanbod aan cultureel erfgoed zoals de kathedraal Notre-Dame du Réal, de abdij van Boscodon, een meesterwerk van de romaanse kunst en de kerk van Savines-le-Lac. Aan de monding van Lac de Serre-Ponçon ligt Embrun, bijgenaamd het ‘Nice van de Alpen’ vanwege zijn milde klimaat.
Zeven natuurparken
De Zuid-Franse Alpen hebben een bijzondere geologische geschiedenis. In Unesco Geopark van de Haute-Provence en Geopark van de Alpes Cottiennes, reis je terug in de tijd. Foto: Epix
Voorbij het meer van Serre-Ponçon vertakt de Durance zich. De Ubaye is een zijrivier van de Durance en stroomt door de Vallei van de Ubaye. In deze vallei vind je woeste bergbeken, verstilde bergmeren, rotsen en toppen van meer dan drieduizend meter – een prachtig gebied om actief te ontdekken. In de zomer, wanneer de rivier is gevuld met smeltwater, is het een favoriet gebied voor raften, wildwaterkanoën en andere watersporten.
Iets meer stroomopwaarts, voorbij de Col de Larche en de Col de la Bonnette, ligt Nationaal Park Le Mercantour, een waar wandelparadijs. In de Zuidelijke Alpen liggen in totaal zeven natuurparken, waarvan het Regionaal Natuurpark Les Baronnies Provençales het nieuwste is. Het is gelegen op de grens van de Rhône-Alpes en de Provence-Alpes-Côte d’Azur, in het verrassende Pays du Buëch. Natuurpark Le Luberon ligt aan de zuidwestgrens van de Zuid-Franse Alpen. Hier zijn we aan het einde van onze reis stroomafwaarts. Niet veel verderop, bij Avignon, stroomt de Durance in de Rhône.
Route des Grandes Alpes
Om de Zuid-Franse Alpen te doorkruisen kun je de Durance volgen zoals hierboven beschreven, maar ook Route des Grandes Alpes. De 720 kilometer lange route voert van Thonon-les-Bains bij het Meer van Genève naar Nice aan de Middellandse Zee. De Route des Grandes Alpes is een populaire auto- en motorroute, maar er zijn ook wielrenners die deze uitdaging aandurven.
Foto: Bertrand Bodin
Onderweg rijd je door een overweldigende natuur en passeer je 16 Alpenpassen. Denk aan de Galibier en de Izoard, mythische cols uit de Tour de France. In de 18e eeuw begon men met de aanleg van wegen door de Franse Alpen. 110 jaar geleden reden de eerste bussen over (een gedeelte) van Route des Grandes Alpes. Met de opening van de Col de l’Iseran in 1937 werd het mogelijk om de complete route door de Franse Alpen te rijden.
Hoofdfoto (boven aan dit bericht): Armand Alps Epix