Nieuwe mobiele oplaadapparaten zijn bijzonder effectief en makkelijk in te bouwen. ACSI FreeLife legt uit waar het op aankomt.
E-bike
E-bikes zijn een geweldige uitvinding voor kampeerders. Op de plaats van bestemming vergroten tal van kampeerders hun actieradius aanzienlijk met zo’n fiets. Wie graag een paar dagen geheel autonoom in een fraaie omgeving wil kamperen, moet zorgen dat hij dan niet afhankelijk is van een 230 volt-stroomaansluiting om de fietsaccu na een dagtochtje weer op te laden.
E-bike opladen in restaurants?
Jochen Hörnle, een van onze lezers, kampte in het verleden precies met dit probleem. Hij behielp zich er toen mee om ’s avond bij een bezoek aan een restaurant zijn e-bike en oplader mee te nemen en aldaar om een geschikt stopcontact te vragen.
In het buitenland was dat niet altijd even eenvoudig. E-bikes zijn in veel landen nog geen gemeengoed en er speelden ook nog wel eens taalproblemen. Het werd Hörnle snel duidelijk dat hij voor zijn Hymer B-Klasse een eigen oplossing wilde.
Twee oplossingen
Er zijn dan twee mogelijkheden. De eerste is een omvormer die de accuspanning van 12 volt gelijkspanning omzet naar het bij de e-bike horende oplaadapparaat van voor 230 volt wisselspanning. De tweede is een speciaal oplaadapparaat voor op reis dat de benodigde spanning van 36 volt en hoger direct aan een 12 volt-accu onttrekt.
Met de reislader (€ 169) heeft Bosch onlangs een apparaat op de markt gebracht dat bedoeld is voor de eigen fietsaccu’s. Er zijn echter ook niet-merkgebonden opladers zoals de in Duitsland ontwikkelde Powerbutler. Die kost, afhankelijk van het type, tussen de € 100 en € 200 en is volgens de bedrijfsleider compatibel met vrijwel alle E-bike-accu’s en hij kan zelfs twee accu’s tegelijkertijd opladen.
Adapterstekkers & accu’s
De aansluiting met de accu gaat via een adapterstekker. Daar zijn er veel van, variërend van de oude en nieuwe standaardstekker van Bosch tot die van Yamaha en de power data connectors van Rosenberger met een magnetische USB-connector.
Even divers als de aansluitingen zijn de accu’s voor de e-bike; oudere systemen werken op 26 volt, de huidige systemen werken met 36 volt en er komen systemen met meer dan 50 volt aan. Een goed universeel oplaadapparaat geeft niet alleen de juiste laadstroom, maar herkent ook de capaciteit van de accu.
Waarom een dure reislader?
Maar waarom zou je een dure reislader aanschaffen als je de accu ook kunt laden via een omvormer naar 230 volt? Het antwoord bestaat uit een paar componenten. Allereerst kost een omvormer ook wat. En hoe meer stroom hij levert, hoe duurder hij is.
Uiteraard kun je zo’n omvormer onderweg wel ook voor andere doeleinden benutten. Bij een stroominname van circa 1,5 ampère verbruikt de 230 volt-reislader van Bosch ongeveer 350 Watt. Om wat marge te hebben zou een omvormer van 500 watt dus goed zijn.
Zo’n apparaat van Waeco zal ongeveer € 119 kosten. Deze levert echter alleen een zogeheten sinusvormige spanning die bij dit apparaat overigens meer een trapvormig dan een sinusachtig verloop heeft.
Geen garantie storingsvrije werking
Fabrikanten van 230 volt-opladers kunnen een storingsvrije werking via een omvormer niet garanderen. Bovendien is deze methode niet erg efficiënt. Integendeel zelfs. Ieder elektrisch apparaat werkt met verlies; het verlies is groter bij geschakelde apparaten.
Hebben lader en omvormer bijvoorbeeld ieder een efficiency van 80 procent, geschakeld is dat slechts 64 procent. Dat wil zeggen dat elke keer dat je jouw e-bike oplaadt, er meer stroom aan de boordaccu wordt onttrokken dan eigenlijk nodig is.
Daarbij komt dat eenvoudige omvormers geen bescherming hebben tegen het onttrekken van een teveel aan stroom, waardoor de accu in een uiterste geval schade kan oplopen. Voor Hörnle was juist de energiezuinigheid het argument om voor een mobiele lader te kiezen zoals de voor een e-bike geschikte reislader van Bosch. Die levert maximaal twee ampère en een vermogen van 36 (volt) x 2 (ampère) = 72 watt en laadt de fietsaccu in bijna drie uur tijd tot de helft op en in zo’n zes uur tot 100 procent.
Inbouwen door een bedrijf
Hörnle koos voor zijn camper voor een door een bedrijf ingebouwde oplader en niet voor de provisorische oplossing via de sigarettenaanstekerplug die in de regel alleen werkt als de motor aanstaat.
Heel belangrijk is de kwaliteit van de stroomtoevoer naar het oplaadapparaat. “De meest voorkomende fout”, aldus Bernhard Pressl van het bedrijf waar Hörnle de oplader liet inbouwen, “is een te geringe doorsnede van de stroomkabel en (te goedkope) stekkers en contactdozen met een hoge weerstand.”
Je hebt al snel twaalf meter kabel nodig tussen de boordaccu en de oplader in het bergvak van de garage. Dat kan een flink spanningsverlies opleveren met als gevolg dat de oplader niet eens aangaat.
Kies voor zekerheid
Voor de berekening van de juiste doorsnede van de kabel moet je de lengtes van de kabels voor de toevoer en de terugleiding bij elkaar optellen. Bij de inbouw in de Hymer B-Klasse zijn daarom kabels met een doorsnede van 6 mm2 gebruikt. Hörnle koos daarmee voor zekerheid. Verder springt hij zuinig om met zijn energie als hij in de vrije natuur staat waar hij van lange trips op zijn E-bike kan genieten. Elke keer is dan verzekerd dat hij zijn fietsaccu weer kan opladen.
Tekst en foto’s: MPS, Dieter S. Heinz