De kans is groot dat je wel eens te maken hebt gehad met aquaplaning in je auto. Tijdens een zware regenbui bijvoorbeeld of als je door een grote plas water rijd. Meestal loopt het na een schrikmoment wel goed af, maar het kan ook tot een botsing leiden als je verkeerd reageert. De vraag is natuurlijk hoe je moet reageren, hoe je het kunt vermijden en of je caravan ook last kan hebben van aquaplaning.
Tien liter per seconde
Eerst even het begrip aquaplanning ontleden. Aquaplaning ontstaat als er op het wegdek een zodanige laag water is dat de banden van de rijdende auto het water niet meer kunnen afvoeren. Dat afvoeren gebeurt naar achteren en naar de zijkant via de profielgroeven. Bij een snelheid van 120 kilometer per uur en twee millimeter water op de weg, moet de band tien liter water per seconde verwerken. Nieuwe banden hebben een acht tot negen millimeter diep profiel, maar bij gebruikte banden mag dat volgens de wet afslijten tot 1,6 millimeter profieldiepte. Het mag duidelijk zijn dat met het afnemen van de profieldiepte de capaciteit om water af te voeren vermindert.
Lukt het niet om het water af te voeren dan gaan de banden drijven op het water. Over het algemeen zijn dat in eerste instantie de voorwielen. De achterwielen volgen vrijwel altijd exact het spoor van de voorwielen die het meeste water al hebben afgevoerd. Bij een voorwielaangedreven auto zul je vaak merken dat het toerental van de motor oploopt bij aquaplaning omdat de wielen geen grip meer hebben. De auto is dan tevens onbestuurbaar en het is ook ten zeerste af te raden om dat te proberen. Want als je het stuur een kwartslag draait en je banden krijgen ineens weer grip, dan ga je ineens links- of rechtsaf met nare gevolgen. De enig juiste reactie met een voorwielaangedreven auto is gas loslaten tot de wielen weer grip krijgen. Pas dan kun je weer sturen.
In het spoor van de voorwielen
Bij een achterwielaangedreven auto of een vierwielaandrijver zul je minder snel merken dat er aquaplaning optreedt, omdat de achterwielen in het spoor van de voorwielen rijden die het water deels al hebben afgevoerd. Je zult wel aan het stuur kunnen merken dat er geen contact meer is met de weg, maar ook hier is draaien aan het stuur uit den boze. Het is beter om te remmen voordat je aan het stuur draait. De remmen hebben voor weliswaar nog geen grip vanwege de aquaplaning, maar zodra ze wel grip krijgen ben je vanwege het remmen het eerste verlost van de aquaplaning. En dan kun je ook weer sturen.
Sommige auto’s hebben achter bredere banden dan voor, en brede banden hebben over het algemeen sneller last van aquaplaning dan smallere exemplaren. In dat geval bestaat dus de kans dat de achterwielen ook hun grip verliezen, vooral als je van richting probeert te veranderen. Sommige fabrikanten van sportwagens proberen met sensoren of microfoons aquaplaning te detecteren en de bestuurder daarvoor te waarschuwen. Maar over het algemeen is het natuurlijk verstandig om tijdens zware regenval je snelheid aan te passen.
Aquaplanning bij caravans
Caravan minder kans op aquaplaning
Een caravan zal van nature minder last hebben van aquaplaning vanwege de hogere wielbelasting. Bij een middenklasse caravan die beladen 1.500 kilogram weegt, drukt er (de disselbelasting even buiten beschouwing gelaten) 750 kilogram op elk wiel. Bij een beladen trekauto van 2.000 kilogram is dat maar 500 kilogram per wiel. En meer gewicht betekent minder kans op aquaplaning.
Maar de meeste caravans zijn wel breder dan een auto, waardoor de wielen niet het minder natte spoor van de wielen van de auto volgen. Sterker nog: het water dat de banden van de trekauto afvoeren naar de zijkant kan deels terechtkomen voor de wielen van de caravan, waardoor die banden nog meer water moeten afvoeren. Gelukkig zijn de snelheden van een trekauto met caravan over het algemeen vrij laag, waardoor de kans op aquaplaning een stuk kleiner is. Dat is althans de theorie, maar we hebben dat in de praktijk natuurlijk getest.
Testaanhanger
Dat is echter verre van eenvoudig, want om dat te testen moeten de wielen door een speciaal aquaplaningtraject rijden met een laagje water van acht millimeter en dan moeten ze licht afgeremd worden. Dat kan met een caravan achter de auto echter helemaal niet en daarom hebben we de test uitgevoerd in samenwerking met bandenmerk Goodyear, dat beschikt over een speciale testaanhanger. Daarvan kan de spoorbreedte worden versteld om caravans van verschillende breedte te simuleren en de wielen kunnen afgeremd worden. Bovendien kan het wieltoerental worden gemeten om vast te kunnen stellen of een wiel grip heeft verloren omdat het langzamer draait dan de wielen van het trekkende voertuig.
De testaanhanger wordt meerdere keren met steeds hogere snelheden door het 25 meter lange aquaplaningtraject gereden. Aanvankelijk met een spoorbreedte die identiek is aan die van de trekauto en met fabrieksnieuwe banden. Tot een snelheid van 105 kilometer per uur gebeurt er niets. Geen aquaplaning dus, en dat is evenmin het geval als we de testaanhanger voorzien van banden die bijna tot aan de wettelijke limiet zijn versleten.
De caravanbanden die op een brede caravan zijn gemonteerd
moeten minstens zoveel water opzij verwerken als het trekkende
voertuig zelf.
Grotere spoorbreedte
We herhalen de test nadat we de spoorbreedte van de testaanhanger hebben vergroot naar twee meter, wat overeenkomt met de meeste caravans. De eerste proeven doen we weer met nieuwe banden. Bij 85 kilometer per uur hebben de banden nog goed contact met de weg, maar bij een snelheid van 105 kilometer per uur verliezen de banden van de 1.600 kilogram zware testaanhanger het contact en is er sprake van aquaplaning. Daardoor zou je in een bocht of bij het wisselen van rijstrook in de problemen kunnen komen door een slingerende caravan. Vooral, zo toont een laatste test aan, als de banden al bijna versleten zijn.
Caravans waarvan de wielen buiten de spoorbreedte van de auto uitsteken, blijken dus gevoeliger voor aquaplaning dan smalle caravans waarvan de wielen het spoor volgen van de trekauto. Dat versterkt het idee dat het water dat de wielen van de trekauto naar opzij afvoeren het gevaar voor aquaplaning van een brede caravan vergroten.
Alleen bij hogere snelheid
In elk geval kunnen we concluderen dat aquaplaning pas een gevaar vormt bij hogere snelheden. Bijvoorbeeld bij caravans die in Duitsland toegelaten zijn tot 100 kilometer per uur of in landen als Frankrijk en België waar je met een combinatie zelfs nog sneller mag rijden dan 100 kilometer per uur. Bij hevige regenval is het overigens ook zonder caravan verstandig om je snelheid aan te passen.
Tot slot de vraag hoe je merkt dat je caravan aan het aquaplaneren is. Als je rechtuit rijdt is het zelfs voor een ervaren automobilist moeilijk vast te stellen dat de caravan last heeft van aquaplaning en van gevaar is ook niet echt sprake. Maar als het gebeurt in een langgerekte bocht, zou de caravan meteen uitbreken, gaan slingeren en mogelijk zelfs kantelen. Maar dan moeten vele ongunstige factoren wel samenkomen. Meestal zal de trekauto als eerste last krijgen van aquaplaning. Wie dan op de eerder beschreven manier reageert, heeft meteen de hele combinatie weer onder controle. En verder adviseren we om bij zware regenval altijd de snelheid aan te passen en afstand te houden. Zo kom je ook tijdens een flinke wolkbreuk veilig op je bestemming aan.
Bron: MPS, tekst: Thiem Fleck