Het vorige design ging al sinds 2007 mee. Kabe staat bekend om de Zweedse perfectie en dat kost wat. In het kader van het 60-jarig jubileum bracht freelancer Wim de Roos voor ACSI FreeLife een bezoek aan de Zweedse fabriek. Wim gaat op zoek naar het antwoord op de vraag: Waar zit het geld in zo’n kostbare Kabe? Hieronder lees je een preview van zijn bevindingen.
Zweedse perfectie
De Zweedse fabrikant gaat prat op een perfecte bouw en isolatie met een luxueus woonklimaat voor al zijn modellen caravans en campers. Die perfectie kost geld, maar waar blijft de investering in een Kabe-caravan nou precies? De goedkoopste – lees kleinste – caravan uit de Classic-serie start ruim boven de € 30.000, terwijl ‘rond de tien’ ook een onderkomen van bijvoorbeeld een Frans merk is te vinden.
Caravan van een ton
De goedkoopste Zweedse wintercaravan-bij-uitstek is dan wel van alle gemakken voorzien, met een uitrusting in de meest luxe varianten. Een goede isolatie werkt natuurlijk ook door in de warme klimaten, waar de airco door die isolatie met een optimaal rendement presteert. Voor een maatje meer, of zelfs maatje slagschip, bijvoorbeeld de Hacienda 1000 TDL, moet meer dan € 100.000 van eigenaar wisselen voor je ‘m mag aankoppelen.
Twintig kilogram waterwerende kit
Ter voorbereiding op barre weersomstandigheden, pakken sneeuw en brandende zon gebruikt Kabe alleen de beste materialen, en dan iets zwaarder uitgevoerd. De caravan is daarom geen lichtgewichtje, al was het maar vanwege de ruim twintig kilogram waterwerende kit die is verwerkt.
Een stevige Al-Ko-chassis met meerdere dwarsliggers en minimaal 1.800 kilogram torsende as dragen de caravan. Vensters en kozijnen vormen koudebruggen. Daarom zie je in Zweedse caravans doorgaans alleen een paar kleine ramen.
Uitgebreide antwoord
Benieuwd wat de Kabe nog meer zo kostbaar maakt? In ACSI FreeLife 7-2017 lees je het uitgebreide antwoord van Wim de Roos.