“Ik had veel zelfbouwblogs bekeken en meegelezen in Facebook-groepen, maar dat kan best ontmoedigend zijn”, vertelt camperbouwer Wouter Biegelaar (44). “Je krijg al gauw het idee dat je bepaalde dingen móét doen en andere dingen juist absoluut niet mág doen.” Als industrieel ontwerper is hij gewend om te pionieren en vooral ook om dingen ‘weg te ontwerpen’ die overbodig zijn.
Dat werd een paar jaar geleden precies het plan voor zijn eerste zelfbouwbuscamper: alleen erin wat echt nodig is. Wouter: “We vonden online een lichtblauwe, tweedehands Ford Transit uit 2011, een L2/H1, zo’n hoekig model. Qua vorm ideaal om iets in te bouwen. We wilden er eigenlijk meteen mee op pad.”
Na een tripje naar de bouwmarkt en een ochtend klussen stond er alvast een tijdelijk geraamte in van een tweepersoonsbed. In de lengterichting, want: “Met mijn lengte is slapen in een dwarsbed niet handig. We waren even bang dat we dan te weinig leefruimte over zouden houden, maar dat bleek heel erg mee te vallen.”
Blauwdruk
Met alleen een bed ben je er niet, dus gingen er nog losse spullen mee: een compressorkoelbox, een mobiel powerstation, een toilet, een gasbrandertje en een kleine kraan met wasbak. Wouter: “We hebben altijd gekampeerd in een tent en wisten al dat we niet zoveel nodig hadden, maar die zomer werd helemaal bevestigd dat we goed vooruit konden met deze losse spullen.
Het besluit was snel genomen: we gaan geen vaste meubels plaatsen, geen kabels trekken voor elektra, geen apparaten inbouwen en zelfs geen isolatie aanbrengen. Hoe flexibeler en circulairder, hoe beter.”
Technisch tekenen
Dat werd ook de insteek van het interieur dat hij na die eerste kampeerzomer maakte. In plaats van avonden lezen over ampères en maandenlang elk weekend in een klusloods bivakkeren, werd het technisch tekenen op de computer, waar Wouter al veel ervaring mee had. Uiteindelijk rolde er een blauwdruk uit voor een soort bouwpakket, dat door een CNC-freesmachine gemaakt zou kunnen worden.
Het hout van het tijdelijke bed kreeg een andere bestemming, het nieuwe pakket werd als een puzzel in de lichtblauwe bus geplaatst. Van een stapel platen met sleuven naar een compleet camperinterieur in een paar uur tijd. Wouter: “Doordat ik zelf de tekeningen kon maken, heeft alles een vaste plek en past alles wat we nodig hebben er precies in.”
Ander plaatmateriaal
De drive om het interieurpakket te verbeteren werd groter. Wouter: “Pas als je onderweg bent, kun je alles testen en loop je tegen dingen aan. Letterlijk soms, merkten we tijdens een kampeerweekend: als we even met een knie op het bed leunden om achterin een kussen te pakken, kiepte er in de bedconstructie een plaatje omhoog. Dat ging meteen op het lijstje voor een volgende versie.”
Ook op de wensenlijst: ander plaatmateriaal. De eerste bus werd nog uitgerust met multiplex met daarop een laag melamine in houtlook, maar in de tweedehands Transit die erna kwam – een hoogte H2 om meer ruimte te hebben voor een kinderbed – werd het ongelakt bamboe.
“Dat voelt toch natuurlijker als je vaak midden in het groen staat, het ziet er ook veel mooier uit. En bamboe heeft klimaatvriendelijke eigenschappen. We zijn wel bezig met zoeken naar manieren om bewuster te kamperen. Dat begint bij vaker bestemmingen dichter bij huis kiezen en bij de vraag wat je écht nodig hebt – zonde om een douche in te bouwen als je die uiteindelijk niet gebruikt – maar ook bij de keuze van materialen.
3D-geprinte wasbak
Op de vloer hebben we linoleum gelegd, we hadden nog een stuk over van een verbouwing thuis. Voor de bekleding vond ik een stof die voor de helft gerecycled is, in de lades van vilt zijn oude PET-flessen verwerkt. En de wasbak heb ik zelf 3D geprint met gerecycled kunststof.”
Ook in de tweede bus is bewust gekozen om geen uitgebreide elektra aan te leggen. Wouter: “We hebben een draagbare accu die we onderweg opladen in het 12 volt-stopcontact voorin. Op een bestemming kunnen we dan een dag of drie vooruit met de koelbox daarop aangesloten, en nog telefoons, een tablet en lampjes opladen. Met een zonnepaneel kunnen we eventueel bijladen.
En we zouden dat mobiele powerstation ook een uurtje aan de stroompaal op de camping kunnen hangen, maar afgelopen zomer hebben we daar niet één keer gebruik van gemaakt. Dat wordt nu een sport natuurlijk, om voor plaatsen zonder stroom te gaan.”
Meningen verdeeld
Nog een keuze waar de (online) meningen sterk over verdeeld zijn: in beide bussen liet Wouter isolatie achterwege. “Ik heb me flink ingelezen, maar de voordelen wegen voor ons niet op tegen alle extra materialen en de extra tijd die je erin moet steken.”
Om zich te wapenen tegen stralingswarmte heeft hij afgelopen zomer een los plafondpaneel van petvilt getest, dat werkte afdoende om de temperatuur naar beneden te krijgen. De oplossing tegen kou vond hij in duurzame producten zoals Stoov-stoelmatjes met infrarood warmte-elementen.
De bus was zo klaar voor weekendjes weg in Nederland en een reis naar Schotland. Wouters oplossingen bleven ook niet onopgemerkt. Zo kwam een buurman even langs voor camperklustips en hij bleek precies op zoek te zijn naar zo’n inbouwpakket. En iemand die zijn werkbus in de zomer wilde gaan gebruiken als camper was op zoek naar een modulair systeem. Inmiddels kunnen andere camperaars het interieurpakket ook bestellen.
Eindeloos demontabel
Wouter: “Ik heb het natuurlijk in eerste instantie ontworpen zodat we zelf op pad konden zonder lang te klussen, maar omdat het in bijna alle campers vanaf lengte L2 past is het ook voor anderen makkelijk te maken.” Lijm of schroeven komen bewust niet voor in het ontwerp, daardoor kan alles eindeloos in en uit elkaar.
“Dat komt vast nog eens van pas tijdens een verhuizing, maar ook toen we motorproblemen kregen met de eerste Transit en het er in eerste instantie op leek dat die niet opgelost konden worden. Ik dacht vooral: dat zou balen zijn van die bus, maar het interieur gaat niet verloren. Het pakket gaat in de toekomst ook gewoon mee naar een volgende bus.”
Voor meer updates kun je Wouter ook volgen op Instagram: @nextroute.nl
‘Stuurloze’ superbus
De mosterdgele Mercedes-Benz 609D is de derde kampeerbus in de 25-jarige campercarrière van Kees en Janny ten Hoor. De bus is al een tijdje af, maar Kees legt zich ook toe op miniatuurcampers.