Het begon allemaal met de dorpssmederij die Alois Kober in 1931 opende toen hij net 23 jaar oud was. Na de oorlog gingen de zaken goed, er was genoeg te repareren voor hem en zijn drie zonen. Al-Ko brak door in het begin van de jaren vijftig met de uitvinding van een handremhendel voor boerenwagens.
In 1952 werd de eerste steen gelegd voor een nieuw fabrieksgebouw, en elk jaar daarna volgde een nieuwe uitbreiding. Er ontstond een wirwar van afzonderlijke fabriekshalletjes, waarin uiteindelijk alleen ingewijden de weg wisten. In 1953 telde het bedrijf 30 werknemers.
Tweede generatie
Vanaf 1958 staat de tweede generatie Kober aan het roer. Herbert Kober neemt de commerciële leiding van het bedrijf over, broer Kurt komt aan het hoofd te staan van de technische afdeling en jongste broer Willy is voortaan actief in de werkvoorbereiding.
Als de traploze handremhendel op de Deutsche Handwerksmesse in München van 1955 wordt gedemonstreerd, krijgt Alois Kober voor dit ontwerp de gouden medaille van de Beierse minister-president. Later komt de eerste goedgekeurde oplooprem van Duitsland op de markt – voor een standaardprijs van 179 Duitse mark, een uitvinding van Herbert Kober.
70 patenten
Het bedrijf vervaardigt zijn producten in die periode steeds meer op basis van werkverdeling en ook bij het management binnen de familiekring is het werk verdeeld. Moeder Hedwig ondersteunt de verkoopafdeling en houdt altijd een oogje op de kassa. Kurt is de inventieve knutselaar met zo’n 70 patenten op zijn naam, en de hoofdconstructeur van het bedrijf.
Het kopen van land wordt zijn hobby, samen met jagen. Hij bouwt uiteindelijk wereldwijd ongeveer 50 fabrieken met honderdduizenden vierkante meters aan productiehallen. Wat broer Kurt in elkaar knutselt, wordt vervolgens doorgegeven aan Willy, de jongste. Hij concentreert zich op de vervaardiging, zet productielijnen op en maakt deze efficiënter.
Sinds 1968 in de caravans
De Kobers beseffen al vroeg dat een markt tot op zekere hoogte wordt opgebouwd via handelsagentschappen en verkoopkantoren. Maar als je lokale concurrenten de baas wil zijn, moet je daar ook produceren. Enerzijds om dicht bij de markt en je klanten te zijn, en anderzijds om iets terug te geven aan de markt in de vorm van banen en belastingen.
Zoals Kurt Kober zei: “Alles komt bij je terug. Zowel het goede als het slechte.” In 1965 worden betonmolens en kelderramen geproduceerd in het Oostenrijkse Obdach en in 1966 wordt begonnen met de productie van grasmaaiers, die vandaag de dag een belangrijke pijler zijn. Sinds 1968 bouwt Al-Ko chassis voor caravans.
Met bijna vier miljoen verkochte chassis en meer dan tien miljoen assen is het merk toonaangevend op dit gebied. Voormalige grote concurrenten zoals BPW maken tegenwoordig deel uit van de groep, maar de groep maakt inmiddels ook deel uit van een ander concern. Daarover later meer.
Veiligheidssystemen
In de jaren zeventig gaat Al-Ko verder dan de Duitstalige markten. Er worden bedrijven opgericht in Italië, Groot-Brittannië, Zwitserland en Frankrijk, en in het midden van de jaren tachtig krijgt het bedrijf vaste voet aan de grond in Amerika. In 1975 wordt de onderneming actief in de sector luchttechniek. Een volgende belangrijke stap is het omvormen van Al-Ko in 1987 tot een naamloze vennootschap.
De drie broers Kober zijn de leden van de raad van bestuur. Al-Ko neemt graag de rol van innovator op zich. Het is immers het chassis dat de veiligheid en het rijcomfort van een caravan bepaalt. Menige technische discussie onder kampeerders draait om wielophanging, langsarmen en rubber vering.
Intussen treden Harald en Roland, de zonen van Herbert Kober, toe tot het bedrijf en steeds meer veiligheidssystemen worden via de aanhangerkoppeling aan de caravan toegevoegd, met als hoogtepunt de Al-Ko Trailer Control ATC in 2010 en de instap in de Smart Caravan van de toekomst met 2Link.
Derde generatie
In 2006 treden ook Stefan en Raymond, de zonen van Willy Kober, toe tot het bedrijf en worden de afdelingen tuin-, lucht- en voertuigtechniek opnieuw dichter bij elkaar gebracht. De derde generatie neemt het roer over en herstructureert het bedrijf geleidelijk. De afdeling tuintechniek wordt versterkt en met de reclame op de shirts van het professionele voetbalteam FC Augsburg is Al-Ko nu op allerlei gebieden bekend.
Er volgen overnames op het gebied van voer-tuigtechniek zoals Sawiko, maar ook de overname van de divisie kettingzagen en tuingereedschap van Solo Kleinmotoren GmbH baart opzien. Een fraai klantencentrum in Großkötz vertegenwoordigt het bedrijf nu ook naar buiten toe. Wereldwijd genereren de 4.000 werknemers een jaaromzet van zo’n 700 miljoen euro. Maar de omvang van het bedrijf vraagt om verandering. De Duitse naamloze vennootschap wordt omgevormd in een NV naar internationaal Europees model.
Fusie
In 2015 overlijdt Kurt Kober, voormalig CEO, na een korte, ernstige ziekte. Roland en Harald Kober treden uit de raad van bestuur en in hetzelfde jaar wordt de afdeling voertuigtechnologie samengevoegd met de Amerikaanse assenfabrikant Dexter Axle uit Elkhart in Indiana. Sindsdien maakt Al-Ko Fahrzeugtechnik deel uit van DexKo Global Inc., ’s werelds grootste fabrikant van assen en chassiscomponenten in het lichtgewicht segment. Overnames van Winterhoff, BPW Fahrzeugtechnik en E&P Levelsystem solutions volgen.
Bovendien worden de elektronische producten van CBE en Nordelettronica en de stoelenfabrikant Aguti ingelijfd. De Al-Ko Vehicle Technology Group is vertegenwoordigd op 30 locaties, heeft een omzet van 450 miljoen euro en biedt werk aan ongeveer 2.500 mensen. Het produceerde al meer dan 26 miljoen assen, vijf miljoen chassis en bijna 300.000 chassis voor campers en bedrijfsvoertuigen.
AL-KO SE
Onder de naam Al-Ko is er na de splitsing van de divisies Gardentech, Lufttechnik en Automotive nog steeds Al-Ko SE, dat in 2019 een omzet van 500 miljoen euro behaalde en in 2020 onderdeel werd van Primepulse SE. Deze in München gevestigde holding is actief op veelbelovende markten, behaalt een omzet van een miljard euro en heeft wereldwijd meer dan 5.000 mensen in dienst.